Kermis.

De kermis is van oorsprong een kerkfeest. Als er een kerkgebouw gebouwd was en in gebruik werd genomen, werd dat gevierd met een feestelijke mis. Er was ook een processie: een soort optocht door het dorp of stad met priesters, misdienaars en heiligenbeelden.

Dat feest heette kerkmis en werd ieder jaar opnieuw gevierd, zoals een verjaardag. Zo’n feest kon tot wel drie weken duren en er kwamen veel mensen op af.  Er werd gezongen, er waren acrobaten, je kon er zeldzame dieren bekijken zoals olifanten en giraffen. Er werden poffertjes en pannenkoeken gebakken en verkocht. Je kon er ook wonderen van de natuur bekijken zoals dwergen, een vrouw met een baard, een Siamese tweeling. Op de kermis gebeurde niet alleen leuke dingen. Sommige mensen dronken veel te veel. Er werd soms ook gevochten of mensen werden beroofd. Daarnaast leidde de overvloed aan alcohol tot onzedelijk gedrag. En daarom werd de kermis in de 18de eeuw als onbeschaafd en grof gezien… vele kermissen verdwenen rond 1900. Maar de kermis kwam terug, dat had vooral te maken met de komst van elektriciteit. Vanaf 1945, na de tweede wereldoorlog, werden er nieuwe, spannende attracties gebouwd zoals het reuzenrad, de draaimolen en botsautootjes.

De gilden spelen tegenwoordig een rol bij het openen van de kermis en de gilden houden elk jaar het “Koningsschieten”. In Gemert zijn dat Sint Antonius en het Sint Sebastianus Gilde, Sint Jorisgilde en in Bakel is dat het Sint Willibrordusgilde.

Links:
Meer